Oud-wethouder Theo Boerman: “meegaan met de tijd doen ze erg goed”

ondert2

Theo Boerman (midden) ondertekent samenwerkingsovereenkomst met Hans Tanis (Altena) en Joost van der Geest (Gorinchem). 

Oud-wethouder Theo Boerman:

"Meegaan met de tijd doen ze erg goed"

Theo Boerman heeft de ontwikkeling naar een elektrische vloot van begin tot eind meegemaakt. Maar liefst 32 jaar zette hij zich voor de gemeente Hardinxveld-Giessendam: vanaf 1990 als raadslid en sinds 2006 als wethouder. Boerman was erbij tijdens de eerste verkennende gesprekken over een gezamenlijke veerdienst, en zette in maart nog zijn handtekening onder de laatste samenwerkingsovereenkomst voor de veerverbinding tussen Gorinchem, Altena en Hardinxveld. Afgelopen juni nam hij afscheid.  

Een euro per passagier

Ik kwam nog een oude aantekening tegen van 16 september 2008, na één van de eerste gesprekken met Gorinchem,” vertelt Boerman. “Ik sta er zeer gereserveerd tegenover, schreef ik. Kort daarvoor hadden we namelijk gekozen voor de Merwede-Lingelijn. We hadden dus niet zozeer de belangstelling voor een parallelle lijn over het water, omdat er net plannen lagen om Gorinchem goed bereikbaar te maken via het spoor. Maar we zijn wel in het bootje gestapt. Eigenlijk was die keuze ook niet zo moeilijk; of we verloren de verbinding Hardinxveld-Werkendam óf we deden mee in het geheel. De oude pontbaas van de gemeente Werkendam ging met pensioen, de pont – uit 1936 – voldeed niet meer aan de eisen des tijds, dus er moest iets nieuws komen. Dit zette de gemeente Werkendam voor een vraagstuk. De oplossing kwam van burgemeester IJssels van Gorinchem, destijds een beetje de ongekroonde veerkoning. Hij had wel oren naar die ontbrekende schakel. Ik onderken ook wel het belang voor de regio. En het was voor mij wel duidelijk dat je naar een grotere eenheid moest om bedrijfszekerheid te behouden.

Boerman vervolgt: “Volgens mij zal er altijd een markt voor veerdiensten blijven. Dus ik heb dat ondersteund, maar het belang voor Hardinxveld is gering dus daar wilde ik ook onze bijdrage op afgestemd zien.” Destijds schreef hij dan ook als bestuurlijk standpunt in zijn aantekeningen: ‘als de verbinding Werkendam-Hardinxveld in stand blijft, is een gemeentelijke bijdrage van €1,- per passagier een mooie maximale bijdrage.’ “Daar zitten we niet zover vanaf,” zegt hij lachend. 

“Kan niet bestaat niet en wil niet is allang dood”

Ik denk dat de hele beweging naar elektrificatie een goede is geweest. Dat werd deels ingegeven door wegvallende subsidies en een behoorlijk gat wat we met elkaar moesten dichten. En tegelijkertijd zag je ook dat gasolie stoken op een boot milieutechnisch niet heel toekomstbestendig was. Dus we wilden gelijk een slag slaan richting milieuvriendelijker varen. En het mooie is dat we voor die duurzaamheid uiteindelijk weer subsidie hebben kunnen verwerven. 

Al met al zat er tussen de eerste samenwerkingsovereenkomst voor elektrificatie en de daadwerkelijke start van de bouw heel wat jaren. “Er waren best nogal wat beren op de weg. Maar als je iets wil, moet je doorzetten, en dat hebben we wel gedaan met z’n allen. Mijn moeder zei altijd: kan niet bestaat niet en wil niet is allang dood.’” In alle jaren dat Boerman betrokken is geweest bij de veerdienst, vind hij dan ook dat Riveer steeds meer iets van elkaar werd. “Dat komt ook wel door al die overleggen die we gehad hebben. Het is laagdrempeliger geworden. Ik hou ook niet van die hoge drempels en te veel poeha. Wij kunnen als wethouders achter ons bureau mooie dingen bedenken, maar Johan zegt misschien: “leuk bedacht, maar in de praktijk werkt het voor geen meter. Dat soort informatie heb je gewoon nodig. Ik denk dat het belangrijk is dat Riveer scherp aan de wind blijft zeilen. Dat ze meegaan met de tijd, en dat doen ze erg goed. 

boer