De Nieuwe Hollandse Waterlinie is één van de heldenverhalen van de Nederlandse geschiedenis. Het eerste hoofdstuk werd al in 1815 geschreven en het laatste in 1940, toen de waterlinie zijn functie als verdediging tegen oorlogsdreiging verloor. Ooit maakte de waterlinie het westen van Nederland onbereikbaar voor de vijand. In tijden van dreiging werd de natuur rond de vestingsteden, kastelen en forten dankbaar onder water gezet om de vijand tegen te houden. Dit gebeurde slechts drie keer: tijdens de Frans-Duitse Oorlog, de Eerste Wereldoorlog en aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog.

Water als verdedigingsmiddel, dat kan alleen door Nederlanders bedacht zijn. Het was ook één van de reacties na de bekendmaking: "De Hollanders hebben geleerd met het gevaar van water te leven en het zelfs in hun voordeel te gebruiken."

Vandaag de dag bestaat de Nieuwe Hollandse Waterlinie vooral uit spannende bouwwerken in prachtige groene omgevingen die je juist wel wilt bezoeken. Ook hier tellen we maar liefst elf verdedigingswerken, waarvan de vestingen Woudrichem en Gorinchem en Slot Loevestein waarschijnlijk de bekendste zijn. Maar ook het geofort, Fort Vuren, de batterijen onder Brakel en Poederoijen, Fort Giessen, Fort Altena en Fort Bakkerskil zijn goed bereikbaar met één van onze veren.  En hoe kun je dit stukje erfgoed dan ook beter ontdekken dan over het water?